Wanneer wilgen water wenen

Een zonnige dag en op wandel ‘achter de preiboer’. De dagelijkse wandeling met de hond brengt me vaker tussen de velden dan pakweg 2 jaar geleden.
Een blauwe lucht en plots, vallen er druppels op mijn hoofd en vest. Ik zoek maar vind geen hars, geen vogelpoep… Het lijkt precies water te zijn…
Vreemd.
Op de grond zie ik nu ook dat het lijkt alsof hier net een bui is geweest, het zand is nat en vochtig.
Vreemd.
Nu zie ik de druppels aan de bomen, meer nog… de takken schuimen zelfs.
Het zijn wilgen.
Nu zie ik het… In het schuim zitten zwarte puntjes, errond kruipen beestjes die lijken op rupsen of larven. Dat moet ik straks toch even onderzoeken. Enig speurwerk brengt duidelijkheid: het blijken schuimcicades te zijn -familie van de krekels- die hun larven in druppels laten groeien. De druppels beschermen hen tegen gevaar van buitenaf. Wanneer de beestjes té enthousiast in de takken kerven en lucht met water mengen, ontstaat er zoveel schuim dat het heel zichtbaar wordt. Druppels vallen dan naar beneden…
Wanneer wilgen water wenen, lijkt het alsof ze de aarde voeden. Ze nemen afscheid van wat was en kijken uit naar wat komt… nieuw leven.
Het is nooit anders geweest…